Ervaring uit de praktijk

 

 

Hassan is 10 jaar. Hij komt bij mij omdat hij stottert. Hij zou willen dat hij sneller kon praten en dat hij dingen goed kan uitleggen, bijvoorbeeld bij een boekbespreking of een vraag die de juf stelt. Bij de derde keer dat Hassan komt, begint moeder te vertellen dat Hassan wederom op school is gepest. Ik richt me tot Hassan en check of hij het erover wil hebben.  Hij wil dat wel en neemt de ruimte om hierover te vertellen. Ik word geraakt door zijn emoties; ze herinneren me aan eigen persoonlijke ervaringen. Ik geef ze een goede plek in mezelf en werk verder met Hassan.

 

Ik vraag hem wat hij graag zou willen. Hij zou zich blij willen voelen, dat geeft hem kracht. Als we het erover hebben, kan hij deze kracht ook heel kort  voelen – ik zie zijn gezicht  opklaren met een glimlach als hij ‘blij’ uitspreekt. Meteen verdwijnt de glimlach weer. We praten nog even door over ‘blij’ – wanneer hij dit wel eens heeft: Hassan ervaart het blije gevoel als hij met zijn nichtje samen is.  Ik vraag wat hij dan voelt, als hij blij is. Hij kan alleen aangeven dat hij 'dit' met zijn mond doet – hij laat een grote glimlach zien. Terwijl we het erover hebben, zie ik hem meer ontspannen.  Maar de glimlach verdwijnt wederom meteen.

 

Ik stel voor dat we iets met het blije gevoel doen. Dit lijkt hem wel wat. Ik pak een berg houten blokjes erbij, van verschillende afmetingen en verschillende kleuren. Ik heb de blokjes oogjes gegeven om de blokjes met een kijkrichting neer te kunnen zetten.

 

Ik vraag hem om een blokje voor ‘Hassan’, een blokje voor het ‘stotteren’ en een blokje voor ‘blij’ uit te zoeken.  Hassan vindt het een beetje raar, maar zet het ergens op tafel neer. Ik vraag hem een vinger op het blokje te leggen van zichzelf en of hij iets kan vertellen hoe het met ‘Hassan’ op die plek gaat.  Hassan merkt op dat hij zichzelf en het stotteren als één ziet:’Het stotteren blijft hangen in mijn mond.’ Het is nieuw voor hem om naar het stotteren te kijken. Het stotteren heeft hij op enige afstand van zichzelf gezet en kijkt van hem vandaan. ‘Blij’ staat er naast, maar maakt met niemand contact.

 

Terwijl we naar het beeld kijken, zegt Hassan dat de ene kant op tafel de goede kant  is en de andere kant op tafel de slechte kant. Als ik vraag wat goed is, aan die goede kant, zegt hij: ‘Dat ik luister in de klas. Als ik mij omdraai, dan luister ik niet en kan ik niet goed leren.’ Hassan vertelt dat hij zelf helemaal voorin de klas zit en dat  achter hem (wel op enige afstand) de pesters zitten.  De juf staat voor hem, zij is goed voor hem, daar kijkt hij graag naar.

 

Ik vraag Hassan of hij kan voelen, of naar voren kijken anders is dan naar achter kijken,  over zijn schouder heen. Hassan kijkt achterom en voelt zich bang. Ik vraag waar hij ‘bang’ in zijn lichaam voelt.  Hij neemt het boven zijn borstbeen waar (boven het blijde gevoel). We proberen nog even uit of het een verschil maakt of hij naar links of naar rechts over zijn schouders kijkt, maar dit maakt geen verschil. In ieder geval is het achter hem slecht, geeft hij aan. Hassan kijkt weer naar de blokjes op tafel: de blokjes op tafel laat hij het liefst in de midden-stand staan, opzij-kijkend.  

 

Moeder is verrast over hoe Hassan over het beeld op tafel kan praten. Het maakt voor zowel haar als voor mij zichtbaar wat er op dit moment in Hassan omgaat en hoe het voor hem is. We ronden het hiermee af. Zonder dat we dus naar een directe oplossing zijn gegaan,  hebben we met elkaar de situatie verkend en over de bijkomende gevoelens kunnen praten . Hassan vraagt voordat hij weggaat of we dit de volgende keer weer doen, hij vond het fijn om zo bezig te zijn.

  

Een week later kwam Hassan weer . Hij vertelde dat hij met de juf had gepraat over de goede en slechte kant: de juf had geen idee, ze was ervan geschrokken dat zij voor Hassan het enige veilige in de klas was. Dit besef was voor haar heel belangrijk en heeft voor Hassan een omslag teweeg gebracht.

Hassan geeft aan dat hij zich nu wat veiliger in de klas voelt. Hij is nu niet meer bang uitgelachen te worden als hij hardop voorleest en durft vragen te stellen.

Er was zelfs al een klasgenoot , die hem wel eens pest, naar hem toegekomen om vrienden met hem te worden: dit vond Hassan te snel gaan, zo makkelijk ging dat niet, gaf Hassan aan. En tegelijk met dat Hassan dit zegt, verscheen er kortdurende glimlach op zijn gezicht.

 

Deze ervaring heb ik met toestemming van moeder en de jongen mogen delen. De naam 'Hassan' is fictief.

  

Werk jij met cliënten en wil jij leren werken met tafelopstellingen? Er zijn nog twee stoelen vrij in de cursus 'Werken met Tafelopstellingen' in Katwijk aan Zee op 27-28-29 januari 2025. Op 12 februari 2025 is de online terugkombijeenkomst.

 

Geaccrediteerd door:

ADAP voor logopedisten, ergotherapeuten en diëtisten.

SKJ voor jeugdzorgwerkers

BLCN voor leefstijlcoaches

 NFG voor professionals in het complementaire psychosociale werkveld

 

Klik hier voor meer informatie over de cursus 'Werken met Tafelopstellingen'

 

Warme groet, Brenda

Reactie schrijven

Commentaren: 0