“Ik zei geen ‘als’ maar gebruikte het woordje ‘wanneer’. En ik noemde dit geen ‘boek’, maar een ‘schrift’. Om zo die moeilijke letters waar ik op stotter, niet uit te hoeven spreken.”
Nadine is 14 jaar en ze heeft last van stotteren; het is irritant, geeft Nadine aan. Ze vermijdt woorden om maar niet hoorbaar te stotteren. Het liefst wil Nadine snel spreken maar dat durft ze niet meer, nu er meer stotters komen.
Bij aanvang van therapie noem ik het voorbeeld van een ijsberg om uitleg te geven over stotteren: een ijsberg heeft een gedeelte boven water en een gedeelte onder water. Boven water is alles wat we kunnen zien en horen als Nadine stottert. Onder water zijn haar gedachtes en gevoelens rondom het stotteren. Voor ieder die stottert kan de verhouding wat boven water zichtbaar is en wat onder water zit, anders zijn. Nadine is goed geworden in het verbergen van haar stotteren, waardoor ze lang niet altijd zegt wat ze wil zeggen. En als het stotteren dan wel hoorbaar is, schaamt ze zich ervoor.
De Richtlijn Stotteren loopt voor mij als logopedist-stottertherapeut als een rode draad door de stotterbehandelingen heen. Ik vind het een verrijking om hier een systemisch manier van kijken bij te gebruiken, om dat wat we bij de ijsberg onder water onderzoeken, nog meer naar de oppervlakte te krijgen en zichtbaar te maken. Ik gebruik onder andere tafelopstellingen om met blokjes of poppetjes een innerlijk beeld van de Nadine visueel te maken.
Welke plek heeft het stotteren voor Nadine?
In één van de eerste behandelingen leg ik een berg blokjes op tafel. Ik vraag haar een blokje voor zichzelf en een blokje voor het stotteren uit te zoeken. Nadine geeft beide blokjes (met kijkrichting) direct een plek: het stotteren staat pal voor haar neus. Het duwt haar omver. Dit beeld vertelde meer dan met woorden te zeggen zou zijn. Daarna hebben we het als een ingang gebruikt om over haar gevoelens en gedachtes rondom stotteren te praten.
Tijdens één van de laatst sessies hebben we weer de blokjes erbij gepakt: Nadine pakt een blokje voor zichzelf, voor haar stotteren en voor haar spreektechniek (waarmee ze stotters opvangt). Ze begint met het blokje voor zichzelf en geeft daarna het stotteren een plek:
Stotteren staat in de ooghoeken van Nadine. Het blokje dat haar representeert, kijkt recht vooruit. Nadine vertelt dat ze weet dat het stotteren er is, op afstand. ‘En ik hoef er niet naar te kijken.’, geeft ze stellig aan. Nadine merkt het verschil op met hoe het stotteren eerst stond, namelijk pal voor haar neus. Nu, na een paar maanden, staat het stotteren inmiddels achter haar, in haar ooghoek. Als ik vraag waar ze het stotteren het liefst wil hebben, op welke plek, dan wil Nadine dat het door een stofzuiger wordt opgezogen, dat het van tafel weg is.
Het is zo’n legitieme opmerking van Nadine: ze wil dat de klacht weggaat. In dit geval het stotteren. Wat mijn intentie met de tafelopstelling op dit moment is: Hoe kan Nadine het stotteren voor zichzelf een plek geven, dat er toch contact mogelijk is. En eventueel samen verkennen wat er nog nodig is voordat er werkelijk contact gemaakt kan worden met het stotteren. Het kan heel behulpzaam zijn om iets wat de cliënt niet wil, en daarmee systemisch gezien de klacht buiten sluit, toch weer in beeld te brengen. Jezelf naar de klacht toe openen, contact maken, letterlijk zien dat je niet je klacht bent. Dat kan meer rust geven waardoor de spanning rondom de klacht, in dit geval het stotteren, af kan nemen of er een nieuw inzicht kan ontstaan.
‘Wat als het stotteren dan toch een plek moet krijgen, omdat het er nog steeds is?’ vraag ik haar. Dan zou ze het stotteren het liefst een heel stuk achter zich hebben. Ze probeert posities met stotteren uit en zet eerst het stotteren direct achter zich. ‘Dit is echt te dichtbij’, zegt ze. ‘Ik schrik dan van het stotteren, als het zo dicht op me staat’. De positie van Nadine blijft recht vooruitkijken en het stotteren staat er nu een stuk achter. Ik vraag haar welke plek de spreektechnieken hebben: die staan nu voor de stotter. Het blokje van de spreektechniek is groot en megasterk, geeft Nadine aan. Als ik vraag of ze zich ook om kan draaien, om naar de stotter en de technieken te kijken, dan zegt ze dat ze daar wat bang van wordt: ‘Stel dat de techniek toch niet sterk genoeg is, dan komt de stotter mij weer omver duwen. '
Ik vraag haar wat ze nodig heeft, om met minder angst naar de stotter te kunnen kijken. Ze weet het niet goed. We kijken samen een tijdje naar dit beeld. Ik vraag haar of ik wat uit mag proberen en zet een blokje achter de rug van Nadine. ‘Verandert er nu iets?’ vraag ik. ‘Ja. Ik voel me sterk.’ zegt Nadine. ‘Is het anders als het blokje naast je staat?’ vraag ik. We proberen beide posities naast Nadine uit . ‘Dit is niet de plek’ zegt ze. ‘Het moet achter me.’
Aan het eind van de sessie vraag ik of de opstelling een verschil voor haar heeft gemaakt. Nadine geeft aan: ‘Ik gebruikte iets achter mij niet, want ik dacht dat techniek wel de stotter zou houden (opvangen). Ik wist het wel, maar kon er niks mee. Maar nu ik zo heb gezien, kan ik er wat mee.’
Drie weken later spreek ik Nadine weer: dat wat achter haar stond, blijkt een tweede spreektechniek te zijn die ze heeft geleerd en waar ze nu vertrouwen in heeft gevonden. Ze kan nu anders naar het stotteren kijken, met minder angst. Het stotteren heeft een andere plek gekregen.
Na vier maanden therapie heeft Nadine geleerd om meer controle te krijgen over de stottermomenten. Ze is niet meer bang voor een stotter en zegt nu alle woorden die ze wil zeggen. Nadine is blij; ze kan snel praten zoals ze wil en heeft geen moeite om langzamer te praten om een stotter ‘op te vangen’. “Als ik merk dat er een struikel komt, dan ga ik inmiddels uit mijzelf al iets langzamer praten.”
Met toestemming van mijn cliënt heb ik haar proces mogen beschrijven. Dankbaar om te ervaren wat systemisch-dialogisch werk kan toevoegen en in korte tijd aan inzicht kan geven. Zo kunnen tafelopstellingen als onderdeel van de therapie ingezet worden.
De klacht was nu stotteren; systemisch-dialogisch werk is met iedere klacht of hulpvraag te gebruiken. Wil jij als professional ook leren hoe je tafelopstellingen vanuit een dialogische houding kunt integreren in het werken met cliënten? Wees welkom op de volgende (geaccrediteerde) basiscursus op 13-14-15 maart 2023 en de terugkomochtend op 17 april. Klik hier voor meer informatie. Leuk om je te ontmoeten!
Hartelijke groet,
Brenda Zwinkels
Systemisch-dialogisch procesbegeleider en logopedist-stottertherapeut
Werken vanuit verbinding
Reactie schrijven